zaterdag 16 oktober 2010

Van interpassieviteit naar interactivieteit...(week 5)

Donderdag 21 oktober heb ik een lezing van Jeroen Steeman – internetcampaigner GroenLinks Europa  – mogen bijwonen. Hij startte zijn lezing met de tekst: “Crisis in de Politiek”. Hij doelde hiermee op het veranderende politieke klimaat. Verandering op het gebied van communicatie vanuit de politiek.  Waar de communicatiestroom voornamelijk vanuit de richting van politici plaats vond (massa media: televisie, krant, radio), is met de komst van het internet een andere manier van communicatie ontstaan. Politiek nieuws komt niet alleen via de geijkte paden naar buiten, maar komt ook van de burger zelf. De burger is in staat zijn eigen nieuws te maken. “Iedereen heeft in potentieel een miljoenenpubliek”, aldus Steeman. Daarnaast is het volgens Steeman steeds gemakkelijker – Twitter, blogs, sociale netwerken, fora etc. – om als burger zelf mee te participeren binnen het politieke debat.

Hoewel de mogelijkheden van nieuwe media zeer belangrijk zijn voor zowel politici als het publiek, onderstreept – en ook Steeman – Manuel Castells (2007) in zijn stuk “Communication, Power and Counterpower in the Network Society” dat massamedia (TV, krant en radio) nog steeds van essentieel belang zijn voor politici. Zonder deze media hebben politici niet de gewenste exposure om hun doelgroep te bereiken. Dit betekend volgens Castell (2007) niet dat de media  de macht in pacht hebben. Het is een wisselwerking tussen beide.  Steeman onderschrijft dit principe door te stellen dat ook GroenLinks journalisten constant blijven voeden met nieuws- en persberichten.

Toch, hoe belangrijk massamedia ook is, vindt er een verschuiving/verandering plaats in de communicatie tussen politici en haar publiek. Met de exponentiële groei van het Internet en mobiele communicatie is de communicatie al lang geen eenrichtingsverkeer meer . Het komt van beide kanten. Het publiek heeft volgens Castells (2007) hun eigen massa media – Mass Self-Communication – opgezet. Of zoals Steeman het goed verwoord: “Iedereen heeft in potentieel een eigen miljoenenpubliek”. Dit betekend niet dat deze mogelijkheden van nieuwe media de massa media overnemen, maar het betekend wel dat politici een nieuwe manier van communicatie moeten aanmeten. Steeman illustreert goed hoe GroenLinks dit doen.

GroenLinks is een toonaangevende partij die volop gebruik maken van de mogelijkheden die nieuwe media bieden. Ze maken hier op een eenduidige manier gebruik van, namelijk Femke Halsema. En zoals Castells (2007) aangeeft: ‘The most powerfull message is a simple message attached to an image. The simplest message in politics is a human face”. Het gezicht van een mens is bij GroenLinks in de vorm van Femke Halsema. Zij is de symbolische belichaming van het geen wat GroenLinks wil overbrengen aan hun doelgroep. Ze representeert vertrouwen, authenticiteit en GroenLinks. Ze zit op Twitter (104.991 volgers), Facebook (9993 fans), Hyves (25.049 vrienden) en YouTube (233 video’s). GroenLinks is in hun communicatie heel consequent, door constant het gezicht van Femke Halsema als ‘marketingtool’ in te zetten.

Waar GroenLinks als voorbeeld mag gelden voor andere politici ben ik van mening dat politici nog lang niet het meeste uit nieuwe media halen.  Nieuwe media bieden namelijk de mogelijkheid om als burger mee te participeren binnen het politieke debat (verstaande: Het debat tussen politici en burger). Maar uit onderzoek van TNS Nipo (2010) blijkt dat wij Nederlanders zeer passief zijn op het gebruik van sociale media. We zijn afwachtend en gebruiken het ten opzichte van andere landen vrij weinig. Dit betekend dat politici hier actief mee bezig moeten zijn. Niet zo zeer in het opperen van eigen debatten op hun eigen sociale netwerken, maar juist op zoek naar waar de politieke debatten al plaats vinden. Politiekedialoog.nl monitoort namelijk alle discussies die betrekking hebben op de politiek op sociale media. Ze capturen alle Buzz rondom de politiek. Door juist als politici actief binnen deze discussies plaats te nemen, kunnen passieve gebruikers omgezet worden actieve gebruikers. Waardoor op haar beurt weer een sterk inhoudelijk politiek debat gevoerd kan worden. Het draait volgens TNS Nipo namelijk niet alleen op de ‘poppetjes’, maar is de inhoud van politieke partijen ook van enorm belang. Dus wanneer Femke Halsema – die als ‘poppetje’ al zeer positief aanwezig is op sociale netwerken – zich meer actief zal mengen binnen bestaande online debatten, zal dit bijdragen aan de waardering van het publiek ten opzichte van de inhoud van GroenLinks.

Ik denk kortom dat politici en politieke partijen zich activeren moeten manifesteren via sociale netwerken. En dit niet alleen als marketingtool te gebruiken, maar ook als inhoudelijk medium om hun boodschap te bediscussiëren met het publiek. Om zodoende tot nieuwe inzichten te komen en daadwerkelijk de stem van het volk te kunnen verkondigen.

Bronnen:

Castells, Manuel. “Communication, Power and Counterpower in the Network Society.” International Journal of Communication 1 (2007): 238-266.

TNS NIPO, “Digital Life”, 2010 (http://discoverdigitallife.com/)

TNS NIPO Publicaties. “Het gaat om de inhoud, niet om de poppetjes”. De Volkskrant, 5 juni 2010 (http://www.tns-nipo.com/pages/nieuws-pers vnipo.asp?file=persvannipo\artikel_volkskrant_stemmotieven-05062010.htm)

Websites:







Geen opmerkingen:

Een reactie posten