dinsdag 26 oktober 2010

Blog Feedback Martijn van Dijk...(week 6)

In het kader van deze cursus zal er twee keer feedback gegeven worden op een blog van een medecursist. Het tweede blog waar ik feedback op zal geven is die van Martijn van Dijk. Allereerst zal ik ingaan op de vormgeving van zijn blog. De blog oogt fris en levendig. Het refereert aan nieuwe media en heeft qua vormgeving een originele en creatieve insteek. Het gebruik van afbeeldingen versterken de strekking van de artikelen en bieden daardoor relevante meerwaarde. De opbouw van de blog is overzichtelijk en duidelijk. Hij maakt gebruik van twee tabbladen die opgedeeld zijn in lesstof en actualiteiten die gerelateerd zijn aan deze lesstof. Hiermee creëert hij een duidelijk onderscheid. Maar persoonlijk denk ik toch dat het beter is dat de actualiteiten geplaatst worden binnen de lesstof. Het refereert namelijk aan elkaar, wat weer ten goede kan komen van de artikelen. Het versterkt elkaar.

donderdag 21 oktober 2010

2e Feedback op mijn Blog...(week 5)

Hoi ik ben Carolien van der Zwaard en moet deze week commentaar geven op jouw blog. Hoewel het de eerste weken niet helemaal compleet is, maar daar wordt vanaf nu ook niet meer op beoordeeld, ziet je blog er heel overzichtelijk uit. Doordat je niet meteen de hele blog ziet maar steeds een evengroot stukje is je blog mooi in evenwicht.

Hoewel het juist de eenvoud is die me aanspreekt valt het me ook op dat je nog weinig gebruik maakt van de mogelijkheden van een blog. Soms leg je iets goed uit zoals bij de site van squala: 'De website van Squla ziet er erg overzichtelijk en kindvriendelijk uit.' Een printscreen kan van de site kan hierbij bijvoorbeeld ondersteunend werken. Zo zie ik meer voorbeelden waarbij een plaatje of filmpje ter ondersteuning kan worden ingezet. Inhoudelijk vind ik vooral je laatste artikelen erg goed. Je onderbouwt je mening en gebruikt je bronnen goed. Wel een kleine opmerking over je opbouw die af en toe wat vreemd is. Zo vond ik in deze blog de volgende zin: 'Hoewel ik de visie van Herz (2001) zeer waardeer en zelfs ambieer, lijkt het mij persoonlijk zeer lastig te realiseren. Daarom zal ik mij in dit stuk meer toespitsen op de visie van TNO en Van Uden.' De zin suggereert dat je een stuk gaat beginnen maar hij is de eerste zin van je conclusie. Maar los van deze details en tips is je blog inhoudelijk heel erg goed.


woensdag 20 oktober 2010

Blog Feedback op Lara Coomans...(week 5)

In het kader van deze cursus zal er twee keer feedback gegeven worden op een blog van een medecursist. Het eerste blog waar ik feedback op zal geven is die van Lara Coomans. Allereerst zal ik ingaan op de vormgeving van haar blog. Haar blog oogt wat saai en refereert in mijn optiek niet direct aan Nieuwe Media. Ze maakt – zover ik kan waarnemen – gebruik van een standaard lay-out, wat ten koste gaat van de aanspreekbaarheid van haar blog. Wellicht dat ze een zakelijk uitstraling nastreeft, maar persoonlijk denk ik dat het goed is om aan een blog een eigen ‘touch’ te geven. Dit zodat een blog meer in het oog springt, waardoor je sneller geneigd bent het te lezen. De opbouw daarentegen zit wel sterk in elkaar. Het oogt overzichtelijk en alles is goed leesbaar. Ik persoonlijk denk dat een blog meer aanspreekt wanneer de ‘koppen’ boven artikelen origineel gekozen zijn. Dit draagt volgens mij bij aan de nieuwsgierigheid van de lezer, waardoor ze sneller geneigd zijn het artikel te lezen. Op het gebied van vormgeving en opbouw denk ik dat Lara kortom wat creatiever mag zijn. Dit versterkt namelijk de nieuwsgierigheid en interesse van de lezer.


zondag 17 oktober 2010

Reflectie op eigen debat...(week 5)

Het onderwerp ‘Politiek en Nieuwe Media: Participatie’ stond centraal binnen het vijfde debat. Dit was tevens het debat waarbinnen ik als debater mocht plaatsnemen. Voorafgaande aan dit debat waren we – in overleg – er al snel achter dat we een andere structuur wilden aanhouden ten op zichte van de voorgaande debatten. De voorgaande misten in ons optiek dynamiek en levendigheid. Het geen wat wij juist wel terug wilden zien binnen ons debat. We trachtten dit te behalen door allereerst drie partijen aan te stellen. Één partij was voor de stelling en twee partijen tegen. De twee tegen partijen hoorden niet bij elkaar en konden daardoor wel verschillen van mening (nuance verschillen). Daarnaast wilden we met name het publiek er bij betrekken. We wilden dat ze interactie hadden binnen het debat. Dit probeerden we te realiseren door het tweede deel van het debat volledig vrij te laten, dus geen tijdslimieten. Ieder voor zich en het gehele publiek kon mee debateren.  Deze nieuwe en orginele structuur bracht wel degelijk risico’s met zich mee, waardoor niet alles even goed verliep. Maar hier zal hieronder verder op gereflecteerd worden.

Groepsdossier...(week 5)

Het onderwerp ‘Politiek en Nieuwe Media: Participatie’ stond centraal binnen het vijfde debat. Dit was tevens het debat waarbinnen wij – bestaande uit Julia Nuesslein, Pim Kitzen, Arno Gils en  Jordy Bossen – als debaters plaats mochten nemen en de volgende stelling mochten verdedigen en/of aanvallen:

"Het gebruik van sociale media door politici heeft een positieve invloed op de inhoud van het politieke debat onder mensen van 18 t/m 35 jaar”

Voorafgaande aan dit debat waren we – in overleg – er al snel achter dat we een andere structuur wilden aanhouden ten opzichte van de voorgaande debatten. De voorgaande misten in ons optiek dynamiek en levendigheid. Het geen wat wij juist wel terug wilden zien binnen ons debat. We trachtten dit te behalen door allereerst drie partijen aan te stellen. Één partij was voor de stelling en twee partijen tegen. De twee tegen partijen hoorden niet bij elkaar en konden daardoor wel verschillen van mening (nuance verschillen). Daarnaast wilden we met name het publiek er bij betrekken. We wilden dat ze interactie hadden binnen het debat. Dit probeerden we te realiseren door het tweede deel van het debat volledig vrij te laten, dus geen tijdslimieten. Ieder voor zich en het gehele publiek kon mee debatteren. 

Zoekverslag debat Politiek en Participatie...(week 5)

Onderbouwing van argumenten zijn binnen een academisch debat van essentieel belang. Deze onderbouwingen zullen dus voornamelijk gestoeld moeten zijn op bestaande relevante en academische bronnen. De volgende bronnen heb ik gebruikt voor het debat: Politiek en Nieuwe Media: Participatie:

zaterdag 16 oktober 2010

Van interpassieviteit naar interactivieteit...(week 5)

Donderdag 21 oktober heb ik een lezing van Jeroen Steeman – internetcampaigner GroenLinks Europa  – mogen bijwonen. Hij startte zijn lezing met de tekst: “Crisis in de Politiek”. Hij doelde hiermee op het veranderende politieke klimaat. Verandering op het gebied van communicatie vanuit de politiek.  Waar de communicatiestroom voornamelijk vanuit de richting van politici plaats vond (massa media: televisie, krant, radio), is met de komst van het internet een andere manier van communicatie ontstaan. Politiek nieuws komt niet alleen via de geijkte paden naar buiten, maar komt ook van de burger zelf. De burger is in staat zijn eigen nieuws te maken. “Iedereen heeft in potentieel een miljoenenpubliek”, aldus Steeman. Daarnaast is het volgens Steeman steeds gemakkelijker – Twitter, blogs, sociale netwerken, fora etc. – om als burger zelf mee te participeren binnen het politieke debat.

Reflectie op lezing Jeroen Steeman...(week 5)

Jeroen Steeman – internetcampaigner GroenLinks Europe – gaf 21 oktober een lezing over het onderwerp ‘Nieuwe Media en Politiek: Participatie”. Een onderwerp dat door de exponentiële groei van sociale media zeer actueel is. Hij startte zijn lezing met de tekst: “Crisis in de Politiek”. Hij doelde hiermee op het veranderende politieke klimaat ten opzichte van communicatie richting het publiek.Waar de communicatiestroom voornamelijk vanuit de richting van politici plaats vond (massa media: televisie, krant, radio), is met de komst van het internet een andere manier van communicatie ontstaan. Politiek nieuws komt niet alleen via de geijkte paden naar buiten, maar komt ook van de burger zelf. De burger is in staat zijn eigen nieuws te maken. “Iedereen heeft in potentieel een miljoenenpubliek”, aldus Steeman. Daarnaast is het volgens Steeman steeds gemakkelijker – Twitter, blogs, sociale netwerken, fora etc. – om als burger zelf mee te participeren binnen het politieke debat.

vrijdag 15 oktober 2010

NieUwtje.nl...(week 4)

Het nieuwtje van deze week staat in het teken van Journalistiek en Nieuwe Media. In kader van dit onderwerp volg ik al een tijd de ontwikkelingen rondom WikiLeaks. De onthullingssite kwam in opspraak door het plaatsen van geheime documenten over de oorlog in Irak. Op 23 oktober 2010 onthulde Wikileaks weer nieuwe documenten over deze oorlog. Nu.nl kopte dit nieuwsitem als volgt in: “Grootste lek van militaire geheimen ooit op Wikileaks”.
Wikileaks publiceerde 391.832 documenten – tussen 2004 en 2009 – over de oorlog in Irak. Documenten opgesteld door militairen geven details vrij over meer dan 109.000 oorlogsslachtoffers in Irak. Hiervan waren 66.081 burgers. Kortom genoeg stof voor een brede discussie. Maar toch blijft een vurige brede maatschappelijke discussie uit. Komt dit doordat het niet gezien wordt als objectieve journalistiek? Dat het niet van ‘betrouwbare’ media af komt? Of zien ze het als spelen voor eigen rechter? Kortom heeft Wikileaks iets te maken met journalistiek en burgerjournalistiek? Of is het detective’je spelen?

Een kwestie van geven en nemen...(week 4)

Donderdag 14 oktober heb ik een lezing van Bert Brussen mogen bijwonen. Bert Brussen een vervent, fanatiek en succesvol internet blogger, twitteraar en freelance ‘journalist’ gaat al jaren mee binnen de internetscene. Al in de begin dagen van het internet was hij actief op bijvoorbeeld op De Digitale Stad en staat hij anno 2010 erg bekend om zijn scherpe tong. Hij is hard, satirisch, humoristisch, rechts en prolongeert het vrije woord. Onder het pseudoniem ‘Lucasdelinkselul’ was hij actief op Geenstijl.nl, schreef hij voor de Volkskrant, Het Parool, Vara TV magazine, Spits, Revu en is hij hoofdredacteur bij zijn eigen weblog Bbrussen.nl en DeJaap.nl.

Onlangs werd hij breed uit in het nieuws gebracht voor het beledigen van moslims. Elsevier.nl kopte met deze tekst het verhaal in: “ Blogger krijgt boete voor beledigen moslims”. Brussen die al eerder in opspraak kwam, omdat hij verdacht werd van opruiijng en bedreiging aan het adres van Geert Wilders (door het plaatsen van een screenshot van een tweet waarin de politicus met de dood werd bedreigd), werd nu veroordeeld tot een boete van 500 euro omdat hij op zijn weblog beledigende teksten had geschreven over moslims. Brussen zelf – man van het vrij woord – bestempeld zijn uitlatingen als niet beledigend, maar juist als satirisch. De uitlatingen spitsen zich volgens Brussen toe op de radicale moslims en gaan daarom niet over moslims in het algemeen. Bovendien zijn de gebruikte uitlatingen afkomstig van andere media en daardoor niet direct aan te rekenen op Brussen. Bert Brussen is daarom een fenomeen van het Vrij Woord, maar in hoeverre is het vrij woord mogelijk via nieuw media? Kan iedereen als journalist fungeren? Is vrijheid van meningsuiting nog wel mogelijk? Kortom journalistiek en nieuwe media blijft en is een lastige discussie.

Terugblik op Debat 3...(week 4)

In het vierde werkcollege opende de groep bestaande uit Robin Wouters, Maartje te Horst, Fokke Lingema, Erik Welleweerd, Luciano Ligeon, Cornelia Schneider en Lorraine Joore het debat rond het onderwerp ‘Journalistiek en Nieuwe Media’. Met de stelling “De internetgebruiker is geheel zelf verantwoordelijk voor het herkennen van de kwaliteit van nieuws op het internet” hebben beide partijen zich kranig ten opzichte van elkaar mogen verweren

De partij dat voor de stelling was mocht beginnen met de eerste argumentatieronde. Een ronde dat opgedeeld was in drie spreektijden. In die spreektijden kwamen ze met het argument dat het voor journalisten onmogelijk is geworden om de enorme stroom aan informatie, nieuws, meningen en andere uitlatingen te filteren, controleren en te beheren. Waardoor de toestroom van zogenoemde ‘onbetrouwbare’  bronnen niet te handhaven zijn, maar ze stellen dat de burger zelf kritisch genoeg is om de ‘betrouwbare’ bronnen te vinden. Dit onderbouwen ze door te claimen dat er alleen al 2,8 miljoen mensen op Twitter de tweets van CNN volgen, om hiermee aan te geven dat de burger zelf kritisch genoeg is om de ‘betrouwbare’ bronnen te vinden.
.

woensdag 13 oktober 2010

NieUwtje.nl... (week 3)

In navolging van het artikel over serious games en onderwijs kwam ik het volgende bericht op NU.nl tegen: "Huiswerk in vorm van game". Een game ontwikkelaar heeft een programma ontwikkeld waarmee scholieren huiswerk via een sociaal platform kunnen maken. Het programma genaamd Squla is te bereiken via een website waarop de scholier een eigen profiel aanmaakt en daar quizvragen kan beantwoorden. Quizvragen over aardrijkskunde, taal, topografie, rekenen en geschiedenis. Met goed beantwoorde vragen kunnen de scholieren punten sparen voor bioscoopbonnen, beltegoed of proefabonnementen. Naast het spelelement en beloonstructuur heeft de ontwikkelaar ook een competitie element er in verwerkt. Scholieren kunnen namelijk andere scholieren uitdagen om wedstrijdjes te doen. Zo maken ze leren leuk.

Educatie 2.0... (week 3)

Donderdag 30 september heb ik een lezing van Jacco van Uden mogen bijwonen. Van Uden werkzaam bij Stichting Toekomstbeeld der Techniek (STT) kwam zijn kennis en inzichten delen betreffende de ontwikkelingen rondom het fenomeen Serious Gaming. STT is een onafhankelijke, open en interdisciplinaire stichting die toekomstverkenningen  op het snijvlak van technologie en samenleving verricht. Zo ook de verkenning rond serious gaming. In zijn lezing kaart Van Uden goed aan dat de kwestie rond de definitie van serious gaming lastig blijft. Want is een serieus game noodzakelijk een computergame? Wanneer is er eigenlijk sprake van een game? En wat zijn die andere doelen dan entertainment? Hij benoemt serious gaming uiteindelijk als volgt: ”Computergames met een ander primair doel dan het bieden van entertainment”. Hij kaart hier ook duidelijk bij aan dat dit niet per definitie de juiste moet zijn, maar het is wel de definitie van waar uit hij en STT werken.

Een terugblik op 1-op-1 debat... (week 2)

Het één op één debat vond plaats binnen het tweede werkcollege. Dit college stond in zijn geheel in het teken van het debat. De week voorafgaande aan dit college werd ons geïnstrueerd om een stelling in tweetallen te formuleren. Helaas bleef ik over waardoor ik geneigd werd binnen een tweetal de rol als voorzitter op mij te nemen. Binnen ons één op één debat bestaande uit Luciano Ligeon, Fokke Lingeman en Jordy Bossen, heb ik als voorzitter de volgende stelling voorgelegd:

Journalistiek in de huidige tijd moet een keurmerk krijgen, zodat deze professie zich kan onderscheiden van de enorme hoeveelheid nieuws dat zich via nieuwe media kanalen verspreidt”

Een terugblik op Debat 1... (week 2)

Het tweede college stond in het teken van het eerste te houden debat over internet en auteursrecht. Annemarie van Uden (tegen), Roos van de Weerd (tegen), Stephan Westphal (voorzitter), Lara Coomans (voor) en Rens Wiebenga (voor) positioneerden zichzelf voor 45 minuten als ware debaters. Ik zal dit debat in zijn algemeenheid analyseren en beoordelen aan de hand van de grondregels van een goed debat, die ik in het eerste werkcollege heb mogen ontvangen.


De voorzitter introduceerde het debat goed door iedere debater netjes voor te stellen en het programma kort in te leiden. Hier werd goed gebruik gemaakt van visuele ondersteuning (PPT). Vervolgens benoemde hij de volgende stelling die tevens het gehele debat zichtbaar was voor zowel het publiek als de debaters: “Het delen van auteursrechtelijk beschermde muziek moet volledig vrijgegeven worden”. De stelling was goed afgebakend, door het juist toe te spitsen op de muziek in plaats van de gehele branche. Dit zorgde er voor dat het debat niet kon uitwijken naar geheel andere onderwerpen en dat er duidelijke voor als tegen argumenten te benoemen waren. Daarentegen was de stelling in mijn optiek niet correct geformuleerd, doordat niet duidelijk werd om welke vorm van delen het ging. Daarom had ik de stelling wat specifieker en correcter geformuleerd, bijvoorbeeld: “Het illegaal delen van auteursrechtelijk beschermde muziek moet volledig gelegaliseerd worden”.Door de stelling op deze wijze te formuleren is het voor het publiek en de debaters duidelijk dat hier om het illegaal delen draait. Dit kwam daarentegen wel duidelijk terug binnen het debat.

maandag 4 oktober 2010

1e Feedback op mijn blog...(week 2)

Voor de commentaaropdracht heb ik Jordy Bossen genomen omdat hij de volgende persoon is in de alfabetische lijst van studenten in onze werkgroep. Eigenlijk zou ik Robin Wouters’ blog analyseren, maar zijn blog lijkt 5 jaar oud te zijn. Ik heb daarom het idee dat ik niet het goede logboek te pakken heb. Ik heb hem daarom overgeslagen in de alfabetische lijst en ben weer bovenaan begonnen. In de analyse heb ik vooral gelet op de schrijfstijl, inhoud, gebruik van bronnen en structuur per opdracht. Ik heb expres gekozen om niet teveel te richten op de vormgeving omdat de meesten niet in staat zullen zijn om hun blog mooi vorm te geven buiten de limitaties van de sjablonen. Wel zou ik aanraden om voortaan geen “lees verder” knoppen te gebruiken. Dit dwingt mensen namelijk om iedere keer een nieuwe pagina te openen als ze een artikel uit het logboeken willen lezen.

Met betrekking tot de inhoud kom ik tot de conclusie dat de meeste opdrachten goed zijn uitgewerkt. De meeste artikelen zijn voorzien van bronvermelding en bronnen buiten het curriculum. Dit komt sterk over omdat dit betekent dat de auteur van het logboek ook buiten de gebaande wegen op onderzoek uit is gegaan. Zo heeft hij met betrekking tot het gastcollege van de journalist Jacco van Uden bronnen gevonden bij het TNO die de beweringen van Van Uden staven. Zo geeft hij bijvoorbeeld een uitvoerige beschrijving van het onderzoek van het TNO en plaatst dit tevens in relatie met het artikel van Judith Herz. Verder durft hij ook kritisch te kijken naar zijn eigen werkzaamheden in de werkgroep. Qua opmerkelijke artikelen moet wel worden vermeld dat sommige assumpties ondersteund hadden kunnen worden met bronnen.