maandag 8 november 2010

Who's Responsible...(week 6)

Op donderdag 28 oktober heb ik een lezing van Stephan Okhuijsen mogen bijwonen. Okhuijsen – momenteel werkzaam bij Itude – is zelf redelijk bekwaam op het gebied van privacy. Hij is actief betrokken geweest weest bij het opzetten van Airmiles en iDeal. Maar heeft zelf ook als overheidsbeambte gewerkt bij de politie. Hij sprak uit naam van Bits of Freedam over het onderwerp ‘Privacy en Surveillance’ dat deze week binnen deze cursus centraal stond

Na een korte inleiding over Bits of Freedom spitste hij zich toe op privacy kwesties die de burger kunnen aantasten. Allereerst vertelde hij over de ‘Wet Telecom/BOB’. Deze wet is een uitzondering op de wet persoonsgegevens en maakt het afluisteren van telefoongesprekken – zowel vast als mobiel – makkelijker. Vervolgens sprak hij over de ‘Dataretentiewet’. Een wet dat het mogelijk maakt alle verzonden en ontvangen mail, bezochte websites en gebelde nummers een jaar lang vast te houden. Bovenop deze wetgeving gaf Okhuijsen aan dat er per Nederlander ook nog eens een elektronisch dossier wordt vastgelegd en bijgehouden. Een dossier dat alles van een individu digitaal vastlegt. Dit varieert van kinderen tot ouderen. Van ziektes tot psychologische klachten. Van werk tot opleidingen. Kortom alles rondom een individu wordt hierin vastgelegd.


Naast de overheid legt ook het bedrijfsleven alles van de consument vast in digitale databases. Deze databases kunnen bestaan uit gemiddeld inkomen, leefgebied, interesses, voorkeuren, leefsituatie etc. Deze gegevens worden dermate aan elkaar gelinkt dat het bijna tot een persoon kan herleiden. Dit betekend dat het mogelijk is voor bedrijven om hun marketing persoonlijk te targetten op hun consumenten.

Okhuijsen kaart terecht aan dat de privacy van de burger wellicht in geding is. Maar schetst hierin een te pessimistisch beeld, door te stellen: “De overheid is er toch voor de burger en niet andersom” of “Iedereen is onschuldig tot schuldig bewezen”. Met deze uitspraken doelt hij op de groei van informatie dat wordt opgeslagen. Okhuijsen stelt dat dit per definitie een slechte zaak is. “Want –  zo stelt hij – alle deze maatregelingen moeten bijdragen aan onze veiligheid, maar onze veiligheid wordt helemaal niet verbeterd”. Dus moeten we ons volgens Okhuijsen afvragen of wij dit als burgers wel willen.

Het enigszins pessimistische beeld dat Okhuijsen schept wordt ook door David Lyon onderstreept. Uit het artikel ‘National ID cards: Crime-Control, Citizenship and Social Sorting’ komt naar voren dat Lyon de groei van informatie per definitie een slechte zaak vindt. Het doet afbreuk aan de privacy van de burger als individu. Het individu gaat volgens Lyon verloren. Etnische en culturele verschillen worden niet vastgelegd in de opgeslagen data. De burger als individu verandert in een individu van enen en nullen - de digitale individu. Van eigen is geen sprake meer. Authenticiteit gaat verloren.

Ik kan me in beide visies vinden, alleen ben ik niet pessimistisch over het feit dat ze die data opslaan. Maar ben ik kritisch op de rol van verantwoordelijkheid. Iedere individu is in mijn optiek zelf verantwoordelijk voor zijn/haar eigen daden. En dus ook de informatie die zij online plaatsen. Alleen de informatie die de overheid en andere instanties van de burger opslaat is vaak data waar de burger geen invloed op heeft, waardoor de burger zelf ook niet de verantwoordelijkheid over zijn/haar eigen gegevens heeft. Die verantwoordelijkheid ligt volledig in handen van een andere partij. De burger moet dus domweg vertrouwen op de bekwaamheid en integriteit van die andere partijen. Maar zijn zij wel bekwaam en integer genoeg? Kunnen ze de hoeveelheid data wel op een veilige manier waarborgen? Uit recente voorbeelden – zie nieuws item week 6 – blijkt maar weer eens dat dit toch te wensen overlaat. 

Bronnen:

Lyon, David, “National ID Cards: Crime-Control, Citizenship and Social Sorting” http://policing.oxfordjournals.org/cgi/reprint/1/1/111

Geen opmerkingen:

Een reactie posten